Geschiedenis
Zimbabwe betekent letterlijk ‘huis van steen’. De naam is ontleedt aan de ruïnes van Groot Zimbabwe, de hoofdstad van een koninkrijk van de koning Monomotapa uit de veertiende eeuw. Daar werd voor het eerst in steen gebouwd. Huizen, muren, uitkijktorens waren gemaakt van blokken graniet. Ook werd er toen al gebeeldhouwd.
De ‘vogel van God’ of ‘Zimbabwe Bird’ is het oudste bekende beeldhouwwerk van ZimBabwe. Er zijn zeven verschillende exemplaren van de vogels gevonden. De vogel van God – een visarend – werd door de koning gebruikt om contact te leggen met de overleden voorouders. In de zes eeuwen nadat deze vogels zijn gemaakt is er niet veel meer gebeeldhouwd. Wel zijn er talrijke potten en gereedschappen gevonden, die prachtig versierd waren. De creativiteit kwam tot uiting in de decoratie van hutten, potten en gereedschappen en het maken van houten beelden die bij bepaalde festiviteiten gebruikt werden.
Pas in de twintigste eeuw wordt het beeldhouwen weer opgepakt door toendoen van een aantal missionarrisen waaronder de Zwitserse pater en architect Groeber. Het houtsnijwerk in Groeber’s school en kerk is fascinerend.
De start van de moderne geschiedenis van de Zimbabwaanse beeldhouwkunst begint in 1958 bij Joram Mariga. Mariga werd geboren vlakbij Great Zimbabwe. Volgens Mariga maakte beelden in hout, hij is bij toeval begonnen te werken met steen. Hij meldde zich met zijn beeldjes bij de Brit Frank McEwan, directeur van het net geopende museum in de hoofdstad. Deze was zeer enthousiast en stimuleerde Mariga om hiermee verder tegaan. McEwan startte een workshop voor beginnende beeldhouwers. Een paar jaar later werd de basis gelegd voor een kunstenaarsgemeenschap bij Guruve.
Als gevolg van de economische sancties stortte de tabakshandel volledig in. Tom Bloomefield, eigenaar van een tabaksplantage kwam in aanraking met Crispen Chakanyuka, een leerling en neef van Jaoram Mariga. Chakanyuka wees Tom Bloomefield op de aanwezigheid van Serpentijn op een stuk land dat bekend stond als Tengenenge (het begin van het begin). Bloomefield pachtte het stuk land en startte met zijn arbeiders het beedhouwen. Tot de eerste generatie van Tengenenge beeldhouwers behoren Lemon Moses en Josias Manzi (afkomstig uit Malawi), Faizana Akuda (uit Zambia) en Henry Munyaradzi en Bernard Matemera. De meeste Zimbabwaanse beeldhouwers wonen tegenwoordig in de hoofdstad Harare en zijn voorsteden. Daar zijn veel galeries en dus afzetgebieden voor kunstenaars.